‘Er groeit een hele generatie op die bij de naam Brandsteder denkt aan Rick in plaats van aan Ron,’ zei Joost Heijthuijsen onlangs. Nu denkt u bij de naam Joost Heijthuijsen waarschijnlijk helemaal niets, tot welke generatie u ook behoort – en dat geeft niets. Maar het was een opmerkelijke constatering van Joost Heijthuijsen. Ron Brandsteder… Voor de jongeren onder u (degenen die bij de naam Brandsteder aan Rick denken) zal ik uitleggen wie Ron is. Ron Brandsteder is de vader van Rick Brandsteder. Tot zover niks geks, want iedereen heeft een vader. Ook Ron Brandsteder heeft een vader: Ton Brandsteder (inmiddels overleden). Maar die Ron Brandsteder had een heel eigen carrière. Er is een tijd geweest (en sommigen beweren dat die tijd nog steeds voortduurt) dat men bij de naam Brandsteder meteen aan Ron dacht. Ron Brandsteder was eerst helemaal niet bekend, zelfs niet toen hij meedeed met een liedje dat een enorme hit was: Dokter Berhnard van Bonnie St. Claire. Ron Brandsteder was de stem van dokter Bernhard. Als dat liedje weer eens voorbijkomt op de radio en u hoort
Maakt u zich niet zo veel zorgen,
net was ik nog bij hem.
Hij slaapt nu zeker door tot morgen,
de zuster blijft bij hem.
dan hoort u Ron Brandsteder. In dit liedje ligt de geliefde van de vrouwelijke ik-verteller in het ziekenhuis. Dokter Bernhard stelt haar gerust: er is niks aan de hand. Maar aan het einde van het liedje krijgt de ik-verteller toch een akelige mededeling. Wat er precies aan de hand is, weten we niet. Of de geliefde zal snel overlijden, of hij is net overleden. Dokter Bernhard had haar dus valse hoop gegeven. Wat een lul ben je dan! Zelf denk ik dat dokter Bernhard de patiënt eigenhandig vermoord heeft om de vrouwelijk ik-verteller in te pikken. Helaas krijg ik dat bewijs niet rond, maar luister eens naar de intonatie van die dokter. Je hóórt het gewoon. En Ron Brandsteder speelt deze lul met verve en met groot plezier. Ron Brandsteder is een man van de liefde. Na deze monsterhit richtte Ron Brandsteder zich op een tv-carrière. Befaamd was zijn Showbizzquiz, een spelshow die ik vaak gezien moet hebben, maar waarvan ik me niets meer kan herinneren. Een slecht geheugen is a joy forever. Daarna kwam de echte klapper van Ron Brandsteder: Ron’s Honeymoonquiz. In dit tv-programma speelden drie pasgetrouwde stellen spelletjes tegen elkaar. De winnaar kon een huwelijksreis winnen. Ron Brandsteder is een man van de liefde, het kan niet genoeg gezegd worden.
Ron Brandsteder wist zich intussen ook voort te planten. Voor zover bekend heeft hij twee zonen: Rick en Robert. Over Robert Brandsteder is niets bekend, waarschijnlijk is hij hoofd bijzaken van een neveneffectenkantoor. Die Rick Brandsteder echter kunnen we persoonlijk verantwoordelijk houden voor de verruwing van de maatschappij, het verval der zeden en het einde van onze beschaving.
Wanneer het begrip ‘guilty pleasure’ echt doorgebroken is, weet ik niet – maar in mijn jeugd bestond het nog niet. Tegenwoordig is het een heel normaal begrip. Een guilty pleasure (ik zet er vanaf nu geen aanhalingstekens omheen) is een heimelijk pleziertje of een stiekeme geneugte. Zelf vind ik ‘stiekeme geneugte’ veel fraaier klinken dan guilty pleasure. Ik ben geen taalpurist die vindt dat al die Engelse woorden de ondergang van onze prachtige Nederlandse taal bewerkstelligen. Uiteindelijk gaat de Nederlandse taal zoals we hem nu kennen eraan, zoals ook het Middelnederlands ooit ten dode opgeschreven was. Zelf wisten de Middeleeuwers niet dat zij Middelnederlands spraken, hetgeen enigszins te vergelijken is met de Grieken en Romeinen die er geen idee van hadden dat zij in de klassieke oudheid rondliepen. Het Nederlands dat we nu spreken, spreekt men over een paar eeuwen niet meer. Wat men dan wel spreekt, is ongewis. Het heeft weinig zin om daarover te speculeren. Wel ben ik van mening dat de guilty pleasures de oorzaken zijn van de ondergang de Westerse beschaving, onder aanvoering van Rick Brandsteder. Hoewel ik niet weet hoe lang dat proces van ondergang nog zal duren. Maar dat dit proces reeds is ingezet, kan iedereen met eigen ogen zien als hij de tv aanzet, of met eigen oren horen als hij de radio aanzet.
De afgelopen jaren zijn alle culturele programma’s in de kliko gegooid. En helaas niet eens in de pmd-kliko, want dan zouden ze nog gerecycled kunnen worden. Nee, ze zijn gewoon in de grijze kliko gedonderd. Wat is ervoor in de plaats gekomen? Niet veel goeds, vrees ik. Jazeker, af en toe komt er een programma op de buis dat pretendeert over cultuur te gaan. Zo was er de S.P.E.L.-show van Astrid Joosten, een programma dat beweerde over taal te gaan, maar dat uiteindelijk slechts de spelling van het Nederlands als onderwerp had. Uiteraard werd deze quiz gespeeld met bekende Nederlanders (BN’ers). Die BN’ers vormen een pest op zichzelf. Zoals het Nederlandse agriculturele landschap al jaren verpest wordt door maïs, zo wordt het Nederlandse kunstculturele landschap al jaren verpest door de BN’ers. De media denken dat gewone mensen niet kunnen praten, dat gewone mensen doodslaan als ze een microfoon onder de neus geduwd krijgen. BN’ers praten de hele tijd door, zelfs als ze niets te zeggen hebben. Juist als ze niets te zeggen hebben. Een tijdje geleden werd ik gebeld door iemand van Radio 1. Men bereidde een item voor voor een of ander discussieprogramma over het literatuuronderwijs. Ik ben docent Nederlands, dus ik weet wel iets van het literatuuronderwijs, leuk dat ze aan mij dachten op de redactie. Of ik interesse had om naar de studio te komen zodat ik mee kon doen aan de discussie. Nou, dat had ik wel. Eerst moest men natuurlijk wat meer weten over mij en mijn opvattingen over het literatuuronderwijs. Na een telefoongesprek van drie kwartier waarin mij van alles gevraagd werd over al dan niet verplichte literaire werken, literatuurgeschiedenis, leesplezier en wat al dies meer zij, was het gesprek voorbij. Ik zou later op de dag teruggebeld worden voor concrete afspraken. Misschien verwacht u nu dat ik zou schrijven: ‘Ik werd echter helemaal niet teruggebeld.’ Maar dat zou een leugen zijn. Ik werd wel teruggebeld, met de mededeling dat de redactie toch had gekozen voor een discussie tussen Christaan Weijts en Thomas von der Dunk. ‘Want het moet wel een pittige discussie worden met gedurfde uitspraken.’ Ik heb de uitzending niet beluisterd, een discussie over onderwijs tussen twee mensen die niet als docent werkzaam zijn is een nondiscussie. Wat Weijts en Von der Dunk vinden over Nooit meer slapen in 5vwo boeit mij voor geen meter. Dat zijn roeptoeters aan de zijlijn, die in de landelijke dagbladen clichématige en achterhaalde opvattingen over stoffige docenten Nederlands spuien. Overigens moeten die roeptoeters er ook zijn, maar bij een inhoudelijke discussie kun je ze niet gebruiken. Weijts en Von de Dunk hebben als taak stof doen opwaaien, om vervolgens een stapje terug te doen voor de experts op dat gebied. Waarschijnlijk was het de bedoeling dat het Radio1luisterend publiek in de handjes zou knijpen bij Christiaan Weijts en Thomas von der Dunk. Zij behoren tot de culturele elite, zij schrijven af en toe een boek. Daarom kunnen zij overal over meepraten. Stel dat er een programma zou zijn over de kunst van het vioolspelen, dan nodig je Weijts en Von der Dunk uit in plaats van Janine Jansen.
Het is een achterhoedegevecht. De experts zijn al ingewisseld voor algemene intellectuelen, de volgende stap die komen gaat, is dat zij het veld moeten ruimen voor echte BN’ers als Dries Roelvink, Frans Bauer, Patty Brard en Rick Brandsteder. Op tv is al geen enkel serieus programma meer over cultuur, roeptoeter ik hier langs de zijlijn. Dat is niet helemaal waar, en dat weet ik ook wel. Jeroen Krabbé maakt best aardige programma’s over schilders als Picasso en Gaugin, Martin Koolhoven krijgt af en toe een kwartier om zinnige dingen te zeggen over filmgeschiedenis en soms wordt er een buitenlandse documentaire aangekocht over een of andere fotograaf. Maar wordt er wel eens een half uur gepraat over een recent verschenen boek? Nou nee, eigenlijk niet. Niet op tv. Wel op de radio, althans, als zo’n radioprogramma niet onderbroken wordt door sportuitslagen. Of wel op de radio, maar dan om middernacht. Dat zo’n radioprogramma dan de titel mee kan krijgen van een van de beste boeken uit de twintigste eeuw is dan mooi meegenomen: Nooit meer slapen. Hahaha! Leuk is dat. Maar vind u het heel erg als ik dan toch wel ga slapen? Ik geef morgenochtend het eerste uur les. Misschien wel over Nooit meer slapen.
Overal op radio en tv zijn bekende Nederlanders. Frans Bauer in China geldt als cultureel programma, of als journalistiek onderzoeksprogramma. Frans Bauer weet immers veel van de Chinese cultuur, omdat hij vaak Chinees eet. Of zo. Wat nog niet zo lang geleden begon als postmodern ironisch genieten van de slechte smaak is doorgegroeid naar de oppervlakte. Ooit was het leuk om als dronken student Dokter Bernhard van Bonnie St. Clair en Ron Brandsteder te lallen. Dit ironisch genieten van de slechte smaak heette camp. Wat camp precies was en waar het vandaan kwam, is onduidelijk. Het zou overgewaaid kunnen zijn uit Amerika, waar studenten op de campus het hogere en het lagere paarden tot een postmodern amalgaam van, tja, van wat? Van het hogere en het lagere. Het woord ‘campus’ ontwikkelde zich tot ‘camp’ en veroverde de rest van de Westerse wereld. Dat was terecht, want kitsch is leuk. Bovendien bestaat hogere kunst bij de gratie van lagere kunst. Het centrum bestaat bij de gratie van de periferie. Goede popmuziek bestaat omdat er ook slechte popmuziek bestaat. De liedjes van Pavement zijn extra goed, als je weet welke muziek Frans Bauer maakt. Dat maakt de muziek van Frans Bauer dus interessant: het is zo slecht, dat het weer goed wordt. Die postmoderne notie moet je als moderne wereldburger hebben. Je kunt niet alleen maar luisteren naar Janine Jansen en Nooit meer slapen lezen. Je mag, nee, je moet je guilty pleasures hebben. Vooral in je studententijd mag je de tijd nemen om te ontdekken hoe de wereld in elkaar zit. Van je docenten krijg je de hoogculturele wereld mee, ’s avonds in de kroeg ontdek je de laagculturele wereld. Op de universiteit krijg je wetenschapsfilosofie, op de sociëteit krijg je Dries Roelvink. Studeren kent een officieel en een officieus programma – maar alleen voor het officiële programma kun je studiepunten krijgen. Het officieuze programma levert goede verhalen op over guilty pleasures. Wie blèrde het hardst mee met Dokter Bernhard? Wie benaderde het best het donkerbruine timbre van Ron Brandsteder? En als je dan ook nog weet dat dit liedje oorspronkelijk Engelstalig was met de titel Sister Mary, dan ben je helemaal de bom! Vertaald door Peter Koelewijn! Ja, die dingen leer je niet bij wetenschapsfilosofie, maar ze zijn ook belangrijk in het leven. Waarschijnlijk is de naam Ron Brandsteder bekender van de naam Janine Jansen. Overigens betwijfel ik of veel mensen weten dat dokter Bernhard gespeeld werd door Ron Brandsteder, maar dat terzijde.
Wat nog niet zo lang geleden een guilty pleasure was, is nu de norm geworden. Alle hogere cultuur lijkt te moeten verdwijnen om plaats te maken voor de vertegenwoordigers van de lagere cultuur. Temptation Island was eerst een guilty pleasure. Je mocht er niet naar kijken, maar je deed het toch. Je zat je stiekem te verkneukelen bij de gedachte dat die jonge mensen vreemd zouden gaan. De presentatoren van eerste seizoenen versterkten die gedachtes, ze deden het allemaal een beetje stiekem. Totdat in 2016 Rick Brandsteder de presentatie overnam. Hij ging er met gestrekt been in. Hij maakte daarmee het ordinaire populair en hij doorbrak de stilzwijgende afspraak dat guilty pleasures heimelijk moesten blijven. Ron Brandsteder was camp, zijn zoon Rick is te ver gegaan. Ik moet er niet aan denken wat een kind van Rick Brandsteder zal gaan doen op tv. We kunnen proberen de ondergang van onze beschaving een halt toeroepen door Rick Brandsteder vriendelijk te verzoeken zich niet voort te planten.